We eten het vaak. Niet zelden twee of zelfs drie keer in een maand. Het is namelijk één van die zeldzame gerechten die én makkelijk én snel klaar én verbijsterend lekker zijn. Waar zijn de groenten? Goede vraag! Nou, die bevinden zich doorgaans elders op de dag, of op de vorige dag en de dag daarna. Het hoeft niet elke dag volkomen voedingscentrumtechnisch verantwoord, vinden wij namelijk. En dit is nog altijd beter dan een avondje patat (ja, ik weet het, het is friet) uit de snackbar.
Vaak wordt me ook om het recept gevraagd. Dat kon ik niet zomaar geven. Waarom niet? Omdat dit een van de weinige gerechten is die ik niet volgens mijn eigen recept kook. Of, nou ja, eigenlijk ook weer wel. Nee, dit is niet zo ingewikkeld als het klinkt.
Een recept voor dit gerecht had ik namelijk ooit, alweer iets van vijftien jaar of zelfs nog langer geleden, gelezen in de Volkskeuken. Het was van de hand van de onvolprezen Onno Kleyn, die veel beter kookt en schrijft en er ook veel meer van weet allemaal dan ik, zodat ik elke keer weer blij verrast en oprecht vereerd ben als hij mij een vraag stelt of me citeert in een van zijn boeken. Enfin, ga vooral kijken op zijn website, want daar stáát me toch veel lekkers en wetenswaardigs! Kom daarna wel vooral ook nog eens hier terug.
Maar goed, dat recept. Ik had dat gelezen en niet bewaard, maar wel onthouden. Een paar dagen later had ik weinig tijd en aangezien ik alle ingrediënten die ik me herinnerde in huis had, kookte ik het op het gevoel min of meer na. Het was niet gewoon maar lekker, maar verbijsterend lekker. O, dat had ik al gezegd. Maar goed, het recept zoals het was heb ik nooit meer ergens terug kunnen vinden.
Ik heb Onno desondanks even netjes gevraagd of ik het hier mocht plaatsen en omdat hij vóór alles ook een heel aardige man is, mocht dat. Ik denk zómaar dat dit ook bij jullie regelmatig op het menu komt.
Nog één ding: zorg dat je een goede rasp hebt zodat je echt alleen het gele deel van de citroenschil verwerkt (het sap van de citroen gebruik je voor iets anders, eventueel veel later want dat kun je–protip!–prima in een ijsblokjesbakje invriezen en daarna in blokjes in een plastic zakje in de vriezer bewaren). Ik heb zelf zo’n mooie Microplane rasp en dat werkt uitstekend, ook voor de kaas. Nou, het recept!
Over het koken van pasta schreef ik in een vorig bloggersleven ook nog eens een stukje trouwens. Dat moet ik hoognodig eens opdiepen en hier neerzetten, want dat heeft tot het einde toe in de toptien van meest gejatte tekstjes van mij gestaan, tot–ik verzin dit niet–in een kookboek van een bekende tv-kok aan toe. Daar ben ik dan weliswaar eveneens vereerd, maar ook knap geïrriteerd over. Soit.
Doneren
Alles op eetschrijver.nl is en blijft gratis toegankelijk. Geen premium-artikelen of andere paywall-toestanden. Natuurlijk kost het schrijven me wel tijd en het online houden van de website ook wat geld. Vond je dit item leuk of nuttig, dan vind ik het dus fijn als je dat waardeert met een financiële bijdrage.
2 reacties op “Citroenpasta”
Ik heb erg genoten van de citroenpasta. Dat recept is een blijvertje. Ik volg u, uw partner en kat ook op Twitter en geniet van alle berichten en foto’s.
Ik wens u toe dat het u allen goed gaat!
Dag Thea, wat fijn om te horen. Ik vermoed dat je ons op Twitter onder een andere naam volgt, maar ik heb wel een idee geloof ik. Ik wens jou ook het allerbeste! Ik doe Mevrouw Eetschrijver de groeten en geef Poesjkin, die hier aan mijn voeten ligt te snorren, een aaitje van je.